top of page
Zoeken

Rechtszaak leefdomein loopt met sisser af


In de rechtszaak van de dove jongen Mats, over toekenning van tolkuren voor een vakantie in het buitenland, heeft de Rechtbank onlangs een uitspraak gedaan. De zaak loopt helaas met een sisser af, omdat er geen inhoudelijke uitspraak is gedaan door de Rechtbank.

Onderstaand bericht van de vader van Mats hebben wij via één van onze leden ontvangen. Wij hebben toestemming gekregen om dit te delen.

Eerder deze maand heeft de rechtbank Amsterdam een beslissing gegeven in de zaak van Mats. Het is een afwijzende uitspraak, maar er zitten gelukkig wel positieve kanten aan. Ik zal proberen het in begrijpelijk Nederlands uit te leggen, zodat je het kunt delen met onze achterban.

Tijdens de zitting is het vooral gegaan om de vraag of Mats wel een belang had bij een uitspraak van de rechtbank. Wat hij had gevraagd (tolkuren voor de zomervakantie van dit jaar) was met de herziene beslissing van het UWV immers alsnog toegekend. Hij had dus al gekregen wat hij wilde. Tijdens de zitting heb ik benadrukt dat Mats nog wel degelijk een belang had bij een uitspraak over de tolkuren. Als wij namelijk niet weten hoe een rechter tegen dit probleem aankijkt, blijft onzeker of we voor de zomervakantie van volgend jaar tolkuren kunnen krijgen en kunnen we geen zomervakantie plannen. Tijdens de zitting liet de rechter merken dat ze dit geen overtuigend argument vond. Maar in de beslissing die we nu hebben gekregen, is ze daarop teruggekomen. Mats heeft volgens de rechter wel een belang om te weten waar hij aan toe is.

Daarna wordt het echter ingewikkeld. Je zou verwachten dat de rechter dan inhoudelijk gaat beoordelen of het UWV de tolkuren terecht heeft afgewezen. De regels van het bestuursrecht laten dat echter niet toe. De afwijzende beslissing is immers later vervangen door een beslissing waarin de tolkuren alsnog werden toegewezen. De afwijzende beslissing is daarmee komen te vervallen. Het juridische gevolg daarvan is dat de rechter de afwijzende beslissing niet mag betrekken in de beoordeling van de zaak. Dan wordt het voor de rechter onmogelijk om te beoordelen of het UWV de tolkuren terecht heeft afgewezen of niet. Het enige dat de rechter daar uiteindelijk over heeft gezegd, is dat het UWV bij de beoordeling van een toekomstige aanvraag rekening moet houden met de hardheidsclausule in het Protocol voorzieningen UWV 2021. Die hardheidsclausule houdt in dat je een uitzondering kunt vragen op de algemene regel dat geen tolkuren worden toegekend voor buitenlandse reizen. Je vraagt dan om maatwerk en je zult goed moeten uitleggen aan het UWV waarom jij vindt dat die uitzondering in jouw geval moet worden gemaakt. Wij hadden dat ook gedaan toen we voor de zomer van dit jaar tolkuren aanvroegen voor Mats, en het UWV was daar niet of nauwelijks op ingegaan. Dat kan volgend jaar dus niet meer. Dan moet het UWV ingaan op de argumenten die je aanvoert als je vraagt om maatwerk. Dat is de positieve kant die ik zie aan de uitspraak, en dat is direct van belang voor alle mensen die volgend jaar extra tolkuren gaan aanvragen voor een buitenlandse reis: zij moeten een maatwerkvoorziening vragen en zoveel mogelijk argumenten aanvoeren waarom het in hun concrete geval onredelijk is geen extra tolkuren toe te kennen. Als iedereen dat doet, dan wordt op een gegeven moment hopelijk duidelijk wanneer je wel en niet een beroep kunt doen op de hardheidsclausule (maatwerk).

We kunnen tegen de beslissing van de Rechtbank in hoger beroep, maar we gaan dat niet doen. De kans is namelijk groot dat we dan tegen hetzelfde juridische probleem aanlopen. De beste weg is denk ik om volgend jaar opnieuw extra uren aan te vragen (als we naar het buitenland op vakantie gaan) en dan eventueel opnieuw een procedure te starten. Als het UWV dan blijft weigeren, zal de Rechtbank er inhoudelijk over kunnen en moeten oordelen. Verder begrepen we tijdens de zitting dat het ministerie in december samen met de belangengroepen van doven en doofblinden opnieuw zal kijken naar het Protocol voorzieningen UWV 2021. Er is dus een kans dat het protocol tussentijds wordt aangepast. Ik heb daar tot dusverre niets over gehoord, maar als dat gebeurt heeft hoger beroep natuurlijk ook geen zin meer. Dus daarom hebben we ervan afgezien.

bottom of page